Beeld: Honking Elephant

Nederland is een echt waterland, met onze polders, dijken en waterschappen. Maar de keuzes die we op gebied van waterbeleid en onderwijs maken, zijn precies dat: keuzes. Er zijn ook alternatieven denkbaar waarin we anders met bijvoorbeeld beleid en grondwaterpeil omgaan. Hoe ziet een andere visie op het water in Nederland eruit volgens Nederlandse jongeren? Deze vraag heeft de Jonge Klimaatbeweging beantwoord in de Jonge Watervisie. We spreken Maud Rijks, themamanager onderwijs bij de Jonge Klimaatbeweging, over de visie en wat kan betekenen voor het onderwijs.

 

Maud, jij bent nauw betrokken geweest bij het schrijven van deze visie. Wat houdt de visie in?
‘’De Jonge Watervisie is een aanvulling op de Jonge Klimaatagenda. Het is de visie voor 2040 hoe ons land omgaat met water en welke thema’s hierbij komen kijken. We hebben de visie opgesplitst in zes thema’s: Economie, biodiversiteit & natuur, adaptie, voeding, maatschappelijke verandering en de gebouwde omgeving. Maar deze thema’s staan niet los van elkaar: veel van de onderwerpen zijn thema overstijgend, zowel in de problematiek als in de oplossingen. Zo kijken we binnen meerdere thema’s naar de rol die beleid kan spelen: van waterschappen die inzetten op natuurherstel tot het geven van rechten aan de natuur.

De visie is tot stand gekomen door input van jongeren van de JKB, andere jongerenorganisaties en experts. De visie in haar geheel pleit voor een duurzame omgang met water, waar we rechtvaardig en sociaal met water omgaan.’’

 

De visie is recent gepresenteerd in New York, op de VN conferentie over water. Wat is het belang van het noemen van de visie op zo’n conferentie?
‘’De VN conferentie is een belangrijk moment, omdat vrijwel alle landen hier aanwezig zijn om van elkaar te leren. Op het plenaire gedeelte heeft onze voorzitter Aniek Moonen de visie benoemd en op deze manier dus het belang van jongeren vertegenwoordigd voor al deze landen. Deels is dat natuurlijk symbolisch. Maar dat op zo’n plek de stem van jongeren aanwezig is, en bovenal serieus wordt genomen, laat een duidelijke boodschap zien.’’

 

Water is een thema waar iedereen mee te maken heeft. Waarom is het juist zo belangrijk dat jongeren hierbij betrokken worden?
‘’Het water gaat ons letterlijk aan de lippen zitten als we niks doen. De deltawerken beschermen ons nu, maar gaan ze dat voor altijd doen? We behandelen water nu vaak als vijand, maar hoelang gaat deze aanpak ons nog helpen? Het gaat om de toekomst van de jonge generatie en daarom is het van belang dat hun stem gehoord wordt. Zij kunnen de oudere generaties wakker schudden en pleiten voor ons belang.

Tegelijkertijd zijn dit ook de mensen die nu opgeleid worden en dus daadwerkelijk aan de slag kunnen. Zij zijn de toekomstige experts. Door hen anders op te leiden, krijgen ze de langetermijnvisie en de tools om duurzamer en socialer met water om te gaan.’’

 

Het hoofdstuk ‘Maatschappelijke verandering’ gaat over het onderwijs. Hoe ziet het onderwijs eruit binnen deze visie?
‘’Kort samengevat pleiten we voor watereducatie die structurele een plek vind in het onderwijs. Wanneer het over water gaat, mag dat geen kadertje bij de biologieles zijn. Water heeft een plek binnen alle lessen. We leren over de geschiedenis van ons land, maar hoe vaak leren we nou over de geschiedenis van het water op de Veluwe? Of binnen maatschappijleer, over hoe de waterschapsverkiezingen werken?

Water is een rijk thema met allerlei aspecten: ecologische, politieke en dus ook sociale. Om jongeren deze kennis mee te geven, is het noodzakelijk dat dit een holistische plek vindt in het onderwijs. Zowel in het curriculum als bijvoorbeeld in de inrichting van het schoolgebouw en het gebied hieromheen.’’

 

Dat klinkt als een mooie visie op duurzaam onderwijs over water waar veel docenten hopelijk door geïnspireerd raken. Voor die groep docenten en schoolbesturen zijn we benieuwd: hoe kunnen zij concreet aan deze visie werken?

‘’Deze visie is pas het begin. Want de visie schetst waar we heen willen, maar nog niet altijd hóé we dat gaan doen. Daarom gaan we onder andere met beleidsmakers aan tafel om te kijken hoe we deze visie kunnen integreren.

Scholen kunnen wat ons betreft aan de slag met deze visie door gebruik te maken van het enthousiasme van leerlingen en studenten wat er al is. De leerling die al in discussie gaat in de klas, de leerling die de docent al bevraagt over duurzaamheid: dat is de energie die kan gebruiken! Laat leerlingen elkaar ook enthousiasmeren om meer over water te leren, en maak ruimte voor de manier waarop zij dat willen. Doe het samen met je leerlingen, dat zorgt voor een krachtigere aanpak.’’